1 2 3
4 hoofdstuk
5

Zoutelande Lohengrin

Klaus denkt aan de mythe van Lohengrin, de naam van deze bunker met zeezicht. Over de mysterieuze graalridder die over de Schelde komt varen, in een bootje getrokken door een zwaan. Vraag nooit naar mijn afkomst, fluisterde de graalridder aan zijn geliefde Elsa. Anders mag ik hier niet vechten en moet ik weer vertrekken naar het land achter de wolken… Klaus zucht. Welke geallieerden zullen hier de Schelde op varen, van welke nationaliteit? Amerikanen, Britten, Canadezen? Wat voor boten nemen ze mee?

De bunkers zijn bomvrij: het beton is twee meter dik, bestand tegen elke voltreffer vanuit de lucht of uit de zee. Bunkerbouwen is een kunst. Seriebouw, dat wel, maar binnen een paar maanden zag je een immens resultaat. Een goed betonmengsel, de juiste bekisting. De nerven van de houten planken zie je terug in het beton, zoveel druk komt er op. Een simpel kacheltje droogt de binnenkant en daarna kan de uitrusting beginnen. Platen geperst stro tegen de wanden voor comfort, een fatsoenlijke akoestiek. Klapbedden, klaptafels. Kasten voor persoonlijke spullen. Je kon gewoon rechtop lopen, zelfs de langste manschappen. De allermooiste, in Noorwegen en Frankrijk, hadden treintjes die bommen brachten, hydraulische liftsystemen. En verborgen ontsnappingsgangen met lagen kiezels, waarin je je je kon verstoppen, gewoon kon ademen. Als alles veilig was kon je jezelf uitgraven. Om verder te vechten.

Rommel wil nog honderden extra bunkers laten bouwen, kleintjes. Voor twee personen met machinegeweren. De geschutstukken moeten in beton worden gegoten, ook al valt daarmee een deel van de reikwijdte weg. Rommel wist het zeker, al was niet iedereen het met hem eens. De geallieerden zullen landen op een afgelegen strand, niet bij een een havenplaats. In Dieppe liepen de tanks vast in het zand, maar daar hebben de Tommies ongetwijfeld veel van geleerd. Als de vijand niet direct op het strand wordt vernietigd is alles verloren.

Ter hoogte van hotel Zuiderduin lag tussen Westkapelle en Zoutelande de kustbatterij “Zoutelande”. Van de kustbatterij zelf is niets meer te zien. Direct aan het fietspad ligt alleen de grote munitiebunker van het type Fl. 246 er nog. De bunker is helemaal afgesloten waarbij een groot gedeelte onder het duinzand en begroeiing is verdwenen. Als je goed naar de rechter muur kijkt, zie je nog de granaatinslagen tijdens de Slag om de Schelde.
Het Bunkermuseum bestaat uit twee bunkers, een personeelsonderkomen en een observatiepost met een prachtig uitzicht op de duinen. Dit zijn de laatste bunkers van steunpunt Lohengrin. Van mei t/m oktober is het museum op zondag- en woensdagmiddag geopend, zie voor de meest actuele info: bunkerbehoud.com. tracesofwar.nl

Fiets verder naar de laatste stop: Westkapelle

Al die kleine en grote kustplaatsen, over de gehele Atlantikwall. Waar gaan de geallieerden landen? En is dat deze zomer al? In de herfst, de winter? Ga mee met Klaus naar Westkapelle.

Verder fietsen