Symfonie van staal en beton
Een hoofdopzichter die op de fiets komt, in plaats van met een dure auto. Excentriek, dat vinden zijn werknemers en collega’s. Hij wuift het weg, als iedereen zichzelf was zou het leven veel waarachtiger zijn. Klaus neemt ook altijd zijn collectie langspeelplaten mee, voor als hij tijdens werkzaamheden in bunkers of barakken moet overnachten. Dan draait hij de machtige opera’s en symfonieën van thuis, op maximaal volume. En dirigeert hij met zijn duimstok. Goddelijke stromen muziek: Beethoven’s Fidelio, de vurigheid van Carmen. De bunkers hier op Walcheren gaf hij ook een muzikale naam. En ja, de bouwwerkzaamheden zijn al lang gestandaardiseerd, met massa’s voorschriften en kille nummers ter herkenning. Maar er moet altijd plaats zijn voor schoonheid
Hilter wil 15.000 bunkers langs de kustlijn, bemand door 300.000 manschappen. De Führer had lange eisenlijsten opgesteld en zou ’s avonds ter ontspanning gespecialiseerde nieuwe bunkertypes ontwerpen. Ze hadden inmiddels 500 soorten, dat betekende een hele papierhandel. Overal in het westen van Europa waren nu mensen tegelijkertijd aan het bouwen. Klaus vond het bijna een Gesamtkunstwerk: mens en machine samen, een reusachtige symfonie van staal en beton.
Spoedig komt Erwin Rommel de gehele kustlijn inspecteren. Maar Klaus kijkt meer uit naar een bezoek van Albert Speer. De grote architect heeft sinds 1942 de organisatie van de O.T. overgenomen van stichter Fritz Todt. Maar Speer gaat nauwelijks op reis om de werkzaamheden te bewonderen, hij heeft het te druk met het ontwerpen van gigantische paradeplaatsen. Klaus is een bewonderaar van Speer, die de klassieke bouwstijlenstijl eert in een minimalistische eigen interpretatie. Hij is een tempelbouwer, die zoeklichten hoog de lucht in laat schijnen voor wervelende sierbogen van licht. Klaus bewondert vooral het Ruinenwert-principe van Speer: een gebouw moet zo vormgegeven worden dat het ook als ruïne nog mooi zou zijn. Klaus fantaseert over hoge lichtbogen aan de Zeeuwse sterrenhemel.