Slag om de Schelde
De Slag om de Schelde is de hevige strijd tussen de geallieerde troepen en de Duitse bezetters om de heerschappij over de Westerschelde. Deze vaarweg naar Antwerpen was van cruciaal belang voor de bevoorrading van de geallieerden in hun opmars naar Duitsland. De slag vond plaats in het najaar van 1944 en was van doorslaggevende betekenis voor de bevrijding van West-Europa.
De Duitse bezetters hebben de kust van Walcheren getransformeerd tot verdedigingslinie. ‘Festung Walcheren’ telde honderden bunkers, geschutskoepels, radarposten en mijnenvelden. De kustlijn werd zo een onderdeel van de Atlantikwall, die liep van Noorwegen tot aan Spanje.
Walcheren onder water
Op 5 september 1944, ‘Dolle Dinsdag’, lijkt de oorlog ten einde. Maar de hoop op bevrijding duurt maar een paar weken. Een maand later besluiten de geallieerden om de dijken te bombarderen en Walcheren onder water te zetten, om zo de Duitsers in het nauw te drijven. De bombardementen vormen het startschot voor de Slag om Walcheren, het uitschakelen van alle kustbatterijen om veilig naar Antwerpen te kunnen varen.
Op 8 november 1944 was Walcheren bevrijd, maar ook grotendeels verwoest. Het laatste gat in de dijk bij Fort Rammekens werd pas in februari 1946 gedicht. Het zou nog jaren duren voordat de overstroomde akkers weer bruikbaar waren voor de landbouw. Het noorden en het westen van Nederland werden pas in 1945 bevrijd, na een zware hongerwinter.
Oorlog in het landschap
In Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen eiste de Slag om de Schelde bijna 10.000 levens, waarvan een derde bestond uit burgerslachtoffers. Naast Normandië is Walcheren de enige plaats waar de geallieerden de Atlantikwall hebben doorbroken.
De oorlog is nog steeds overal in het landschap te zien. Beleef in drie fietstochten nieuwe verhalen uit de Slag om Walcheren, samengesteld uit ooggetuigenverslagen. Reis mee met de Britse soldaat John, inwoner Maatje uit Westkapelle en met de Duitse soldaat Klaus. En ontdek hoe zij de oorlogsjaren op Walcheren hebben beleefd.